Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven; [16]uw hand zal zijn op den nek uwer vijanden; voor [17]u zullen zich uws vaders zonen nederbuigen. 16. Dat is, gij zult hen in de vlucht slaan en dempen; verg. Ps.18:41. 17. Hiermede geeft hij te kennen dat zijn nakomelingen tot de heerschappij, het andere deel van het recht der eerstgeboorte zouden verheven worden.